EFFECTIVITEIT VAN INHAAL- EN ONDERSTEUNINGSPROGRAMMA’S OM ONDERWIJSACHTERSTANDEN IN TE HALEN: EEN EERSTE OVERZICHT VAN INTERNATIONALE EN NEDERLANDSE LITERATUUR
Veel scholen werken aan gesubsidieerde inhaal- en ondersteuningsprogramma’s om extra aandacht te besteden aan leerlingen die niet optimaal hebben geprofiteerd van het afstandsonderwijs en hierdoor een achterstand hebben opgelopen. Het meest effectief tegen leerachterstanden lijken leerkrachtprofessionalisering en éen-op-één begeleiding.
Onderzoeksinstituut LEARN! inventariseerde in opdracht van NRO en OCW wat voor ondersteuning scholen inzetten en bracht de verwachte effectiviteit daarvan in kaart. Scholen kiezen vooral voor:
- verlengde schooldagen
- ondersteuning onder schooluren
- vakantiescholen voor leerlingen met een taal- of rekenachterstand
De onderzoekers bestudeerden ook de wetenschappelijke literatuur. Daaruit blijkt dat werkzame elementen van ondersteuningsprogramma’s grofweg dezelfde zijn:
- het aantal uren onderwijs per leerling
- deelname van de doelgroep (dus samenwerking met ouders en leerlingen stimuleren)
- inhoud en structuur van het programma
- betrokkenheid van een gekwalificeerde leerkracht
- groepsgrootte
- aansluiting op het reguliere curriculum
- instructie in de klas
Er worden negen categorieën interventies beschreven die op dit moment in Nederland ingezet worden: remedial teaching, aanvullende ondersteunende materialen (adaptieve online programma’s), vakantiescholen, versterken van ouderbetrokkenheid, ondersteuning onder schooltijd, leerkrachtprofessionalisering en één-op-één begeleiding. Die twee laatsten lijken voor het primair onderwijs ook op de lange termijn het meest effectief omdat ze de basiskwaliteit van het reguliere onderwijs verbeteren, voor alle leerlingen.
